[KVHV] [Ons Leven] [Jaargang 108] [Nummer 1] [Vorig] [Volgend]
Op 92-jarige leeftijd is één van de grootste denkers en Vlaamse voormannen van ons heengegaan; hij is teruggegaan naar het hemelse huis van zijn grote Vriend en Inspiratiebron.
Het rijk gevulde en boeiende leven van Max Wildiers beschrijven zou een levenswerk op zich zijn. Toch wil ik even blijven stilstaan bij enkele mijlpalen in zijn lange leven. Reeds als tiener heeft hij op een oprechte en volksgebonden manier de democratische rechten van ieder volk verdedigd. Zijn aandacht voor andere volkeren heeft hem echter nooit zijn eigen volk doen vergeten, zijn eigen Vlaamse volk. Zo vertelde hij me, bij mijn bezoek aan hem in 1994, dat hij niet zo ver van Herman Van den Reeck stond toen die op 11 juli 1920 neergekogeld werd op de Grote Markt te Antwerpen. Heel levendig vertelde hij over die periode, vooral over de protesten tegen de eerste schepen Louis Strauss en "Strauss raus". Dit voorval is typerend voor Max Wildiers: werd de vrijheid van zijn volk - maar ook die van andere volkeren - bedreigd, dan stond hij mee vooraan op de barrikaden.
Max Wildiers werd geboren in Antwerpen op 29 juli 1904 uit een sterk Vlaamsgezind, Daensistische familie. Zijn vader, Emiel Wildiers, was de eerste advocaat die voor de Rechtbank van Koophandel in het Nederlands pleitte. Zijn broer Frans maakte jarenlang deel uit van de leiding van het VEV. Zijn Vlaams-nationale en daensistische opvoeding vormde voor hem de basis van zijn rechtvaardigheids- en vrijheidsstreven. Het zijn deze vrijheidsdrang en volksgebondenheid die hem in 1923 doen besluiten in te treden in de kapucijnenorde. "Hij studeerde vier jaar aan de Gregoriana te Rome en promoveerde er op een studie over het theologisch werk van dr. Albert Schweitzer."[1] Hier werd zijn interesse geboren voor de combinatie van wetenschap-filosofie-theologie. Deze zoektocht naar de mens, zijn oorsprong, zijn maatschappij en zijn toekomst zou zijn ganse leven voortduren. Dit verklaart mede zijn levenswoord "Spiritus quiescit numquam"[2].
"Vreedzaam maar beslist zou hij strijden voor de politieke, maatschappelijke en culturele ontvoogding van zijn volk: een doordacht engagement, gedragen door zijn rechtvaardigheidszin, zijn sociale bewogenheid en zijn vrijheidsdrang. Het kwam vooral tot uiting in zijn geestelijke ân materiële bijstand aan talloze vervolgden van de hatelijke Belgische naoorlogse repressie."3 Het Belgische episcopaat heeft steeds de amnestie-eis van Max Wildiers afgekeurd. Hij werd meermaals op het matje geroepen. Toen hij in het jaar 1950, het Heilige Jaar van de Verzoening, vroeg om deze verzoening ook in daden om te zetten, kreeg hij van Kardinaal Van Roey in het Frans antwoord: "Ce n'est pas encore le moment". Zijn geest rustte niet: hij bleef ijveren voor amnestie. Zijn stoutmoedige oproep in 1950 bleef niet ongestraft. Hij werd op het einde van dat jaar zogenaamd om "gezondheidsredenen" overgeplaatst naar Sint-Job-in-'t-Goor. Max Wildiers heeft deze degradatie van professor in de theologie aan het seminarie van zijn orde te Izegem tot aalmoezenier in Sint-Job niet aan zijn hart laten komen. Meer nog, hier heeft hij zijn geest levendig gehouden. Van de Kempische rust profiteerde hij om zich te verdiepen in het werk van Teilhard de Chardin. "Dat uitgerekend de Vlaamse franciscaan Wildiers de euvele moed moest opbrengen om de door het Vaticaan verboden werk te publiceren van de Franse jezuïet Teilhard de Chardin, is wel frappant."[3] Alweer werd hij op het matje geroepen; zijn geest rustte echter niet...
Zijn grootste verdiensten liggen in het actualiseren en begrijpen van de Boodschap van Christus "in functie van de echte vragen van de eigentijdse cultuur. (...) Goede theologie wordt bedreven met de Bijbel in de ene hand en de dagelijkse krant in de andere."[3] De religieuze zoektocht van de hedendaagse mens begeesterde hem, getuige zijn vele publicaties omtrent de New Age-beweging. Hij geloofde in de mens, een creatie van God. Op de begrafenis werd hij een katholiek humanist genoemd! Pater Wildiers zou wellicht gerepliceerd hebben dat katholiek en humanist hetzelfde subject hebben, namelijk de zoektocht naar de mens. Tijdens het gesprek dat ik met hem had in 1994 vroeg hij me op de man af hoe jongeren God en geloven zien. Hij was zeer geÜnteresseerd in de hedendaagse religieuze bewegingen. In tegenstelling tot velen binnen de Kerk, was hij geen pessimist, hij geloofde in de kracht van de mensen. Ook de ontwikkelingen in de wetenschap en de techniek boeide hem. Hij zocht steeds naar de ethische contouren van nieuwe maatschappelijke fenomenen en wetenschappelijke kundigheden. Hij had een uitgesproken mening over abortus, euthanasie, kunstmatige inseminatie, de doodstraf en over het menselijk gebruik van de natuur. Welke mening? Hij geloofde in de mens!
Het was zijn droom Vlaanderen en het Vlaamse Volk te "bevrijden". Jarenlang heeft hij onder de naam Scrutator meegewerkt aan "zijn" Standaard der Letteren "ter culturele ontvoogding van Vlaanderen". Talrijke Vlaamse verenigingen en partijen vroegen zijn advies en naar zijn ideeën. Als wereldburger - zo was hij lang professor aan verscheidene Amerikaanse Universiteiten - vergat hij nooit zijn afkomst. Hij stond mee vooraan op de barrikaden. Als medeoprichter van het IJzerbedervaardersforum bleef hij geloven in de democratie en de verdraagzaamheid die steeds in de Vlaamse harten geleefd heeft.
Dat Max Wildiers steeds de kloof tussen traditie en vernieuwing heeft proberen te vernauwen, was merkbaar op de begrafenis: oude en nieuwe elementen vloeiden zonder tegenspraak over in elkaar, van de oude gregoriaanse gezangen tot de ingetogen gezongen gebeden van het Kwartet Gospodi. Vele Vlamingen kwamen afscheid nemen van Max Wildiers. Bij zijn uitvaart, waar zijn geest misschien rust kon vinden, was de hele Vlaamse Beweging aanwezig. Eén klein kritiekje: was hij te verdraagzaam voor het afwezige Vlaams Blok-kader? Afscheid van de "radicale Vlaming, de vernieuwende theoloog, de in-goede, hartelijke mens."[3] Het KVHV neemt afscheid van zijn Commilito Honoris Causa. Spiritus quiescit numquam: zijn geest heeft nu rust, laat zijn ziel in ons verder leven!
Hans Van Hove
Max Wildiers, De Vijf Vreugden van de Geest, 1995, p.18.
Max Wildiers (1904-1996) doceerde ondermeer aan de K.U.Leuven en aan de University of San Francisco, California.
Hij werd Doctor honoris causa aan de Universiteit van Antwerpen (1985) en aan de K.U.Leuven (1992).
Zijn werk werd meermaals bekroond.
Van zijn hand verschenen o.a.
Voetnoten:
[1] Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, deel II, blz. 2069.
[2] De geest rust nooit.
[3] Homilie bij de uitvaart van Max Wildiers uitgesproken door Prof. Em. Herman-Emiel Mertens.